Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [38]Geeft den HEERE, gij, geslachten der volken, [39]geeft den HEERE eer en sterkte. 38. Dat is, kent en prijst des Heeren eer en macht. 39. Dat is, erkent zijn eer en sterkte, hem gevende de eer, die hem toekomt.